Literatuur

De wereld van Nul-A




Eelko Schmeits leest de toekomst
De wereld van Nul-A, A.E. van Vogt




Het negatieve oordeel is het toppunt van denken (uit De Wereld van Nul-A)


Sombert u wel eens over de semantische verwarring in de hedendaagse woordenstrijd over de atomisering van onze samenleving? Krijgt u paniekaanvallen van Houellebecq? Voelt u zich ontheemd in deze kille tijd van nullen en enen? Dan kan ik u informeren dat het allemaal de schuld is van die oude Griekse wijsneus Aristoteles!

Althans dat kunnen wij opmaken uit het boek De wereld van Nul-A van de Canadese SF-schrijver A.E. van Vogt (1912-2000), oorspronkelijk gepubliceerd als een feuilleton in het magazine Astounding Science Fiction in de loop van 1945.

In de toekomst weet men natuurlijk alles beter. In de 26ste eeuw na Christus, oftewel de zevende eeuw na Korzybski, anders wel de 30ste eeuw na A, floreert de leer van Nul-A. Overigens moet men in die verre toekomst ook niets hebben van Euclides (Nul-E) en Newton (Nul-N). Men is er na al die eeuwen achter gekomen dat ratio en logica, machtsmisbruik en oorlog in de hand werken, dus weg ermee! In de toekomst kan het menselijk brein getraind worden om dergelijke bekrompen abstracties te overstijgen. Het brein wordt gestimuleerd haar volledige potentieel te benutten, een ‘geïntegreerd’ brein zoals dat heet in het boek.

De grondlegger van het Nul-A denken is de 20ste-eeuwse linguïst Alfred Korzybski (1897-1950); Heden ten dage rolt zijn naam niet meer vaak en rap van de tong, maar in de toekomst wordt hij vereerd als een halfgod. Talrijke straten, pleinen en gebouwen op de planeet Aarde zijn naar hem vernoemd. Hoe het kan lopen. De inspiratie voor de oprichting van het het belangrijkste orgaan op Aarde, het Semantisch Instituut, is het Institute of General Semantics in Chicago, gesticht door Korzybski in 1938. Dit instituut bestaat nog steeds.


Alfred Habdank Skarbek Korzybski

Wellicht heeft nog nimmer een enkel individu zoveel mensen beïnvloedt en bedorven als de begaafde … Aristoteles … Voor ons begon de tragedie, toen de ‘cohesieve’ bioloog Aristoteles de overhand kreeg over de ‘expansieve’ wiskundige en filosoof Plato, en al zijn oergelijkstellingen en voorspellingsstelsels formuleerde … en onderbracht in een systeem dat ons alleen tot last was, maar dat we meer dan tweeduizend jaar lang niet mochten herzien, op straffe van vervolging … En hierom wordt zijn naam gebruikt voor de tweewaardige doctrines van het Aristotelisme en wordt, in tegenstelling daarmee, aan de polyvalente realiteit van de moderne wetenschap de naam non-Aristotelisme gegeven


Korzybski over Aristoteles (aldus geciteerd in de Wereld van Nul-A)

Het Aristotelisme gaat volgens Korzybski dus voorbij aan de polyvalente realiteit (van de moderne wetenschap). Volgens zijn analyse kan de mens de echte werkelijkheid niet kennen, enerzijds door beperkingen van het zenuwstelsel, anderzijds door de beknellende banden van formuleringen en abstracties. Taal is uiteindelijk niet toereikend om de ware werkelijkheid te registreren. Het werkt juist averechts. Met zijn bekendste uitspraak ‘De landkaart is niet het gebied” probeerde hij dat zelf – O, ironie! -onder woorden te brengen.

Korzbyski suggereert dat er meer is dan we al weten, of denken te weten. Verborgen informatie. En dat facet van het non-Aristotelisme spreekt een fantasierijke schrijver als Van Vogt natuurlijk enorm aan. Het is een grenzeloze ruimte waar rationele aannames niet gelden, het Wilde Westen voor een SF-schrijver, een goudmijn.

Waar Korzbyski trachtte een nieuwe vorm van semantiek te ontwikkelen binnen het (pseudo)wetenschappelijke domein, ging Van Vogt nog een stap verder door aan het Nul-A theorema een plastische en psychosomatische dimensie te geven. Het doet denken aan de Dianetica (of Dianetics) van collega SF-auteur L. Ron Hubbard, die een pseudowetenschappelijke methode had uitgedacht om alle lichamelijke en mentale klachten te kunnen uitzuiveren. Het zuiveren van schadelijke informatie in ons onderbewustzijn. Het is dan ook niet vreemd dat van Vogt begin jaren’50 een apostel zou worden van de Dianetica-beweging in de Verenigde Staten. Uiteindelijk zou Van Vogt de vloot van Hubbard verlaten toen de beweging een religieuze koers ging varen, de koers van scientology.

A.E. van Vogt

Maar terug naar de Wereld van Nul-A. De lezer krijgt een impressie van die vreemde wereld als hij voortdurend mag meekijken over de schouder van hoofdpersoon Gilbert Gosseyn (Go sane). Gosseijn is aangekomen in de Machinestad om deel te nemen aan de Nul-A Spelen. Feitelijk een wekenlang examen in het Nul-A denken afgenomen door een alwetende supercomputer, gehuisd in een gigantische stalen machine. Wie weet te slagen voor het examen heeft het privilege naar Venus te mogen afreizen, om opgenomen te mogen worden in een utopische kolonie, een paradijs voor de elite van Nul-A.

Het gaat echter gelijk mis in het eerste bedrijf. Gosseijn wordt verraden door een andere deelnemer aan de Spelen. ‘Gosseijn’ blijkt een valse identiteit. De desillusie wordt alleen maar groter als Gosseijn er achter komt dat zijn herinneringen inderdaad vals zijn. Wie ben ik? Deze existentiële vraag is de motor van het verhaal. Niet dat hij veel tijd heeft om daar over te peinzen, want na zijn ontmaskering wordt er voortdurend jacht op hem gemaakt door sinistere personen met ogenschijnlijk kwade bedoelingen maar vooralsnog schimmige drijfveren.

Hij wordt achtervolgd, ontvoerd, vergiftigd, gemarteld – allemaal geen kattepis – en weet ternauwernood te ontsnappen, om vervolgens door talloze kogels doorzeefd te worden. Hij is morsdood. En daar houdt het verhaal op…. Nee, hij wordt ‘wakker’ op… Venus! En dan begint het pas echt bizar te worden.

Vanaf dan worden de contouren van het grotere verhaal langzaam maar zeker steeds meer zichtbaar. Gosseijn blijkt een willoos en zeer bruikbaar pion te zijn in een machtsstrijd van galactische proporties, met de toekomst van de Wereld van Nul-A als inzet. Een alliantie van kille rationalisten is er alles aan gelegen die wereld te vernietigen, en terloops ook miljoenen mensen op de aarde en Venus te doden. Dat laatste lukt overigens aardig, aldus de summiere berichten daarover.

Gosseijn is dan wel een pion, maar wel een heel belangrijke pion. Hij blijkt over zeer exceptionele Nul-A kwaliteiten te beschikken. Na zijn wedergeboorte in een nieuw lichaam (Gosseijn II) is hij alleen maar sterker geworden. Langzaam aan leert hij zijn nieuwe superkrachten kennen. Hij leert zijn extra-brein te stimuleren en in te zetten als paranormaal wapen. Een ouderwets type superheld is geboren.

Blijft de vraag, wie is Gilbert Gosseijn werkelijk? De plot drijft Gosseijn naar het antwoord dat in de slotzin wordt onthuld. Een verrassend effectief einde dat ik zelf niet zag aankomen. Het verklaart sommige onduidelijkheden in het verhaal (maar niet alle). De zoektocht naar zichzelf blijkt zo letterlijk als mogelijk, een zoektocht naar zichzelf.


De Wereld van Nul-A is niet het meest verfijnde en elegant geschreven boek. To put it mildly. De plotselinge schaalovergangen zijn desoriënterend. Zitten personages elkaar langdurig bij te praten in claustrofobische kamers, vliegen ze vervolgens heen en weer naar Venus, in een vloek en een zucht. En dan uit het niets ook nog een uitstapje naar ‘de planeet van de beesten’. Vraag me niet tot welk sterrenstelsel deze planeet behoort.

In de subcultuur van de SF riep De Wereld van Nul-A gemengde reacties op. SF-mandarijn van de hoogste orde Damon Knight brak het boek in zijn kritisch analyse tot de grond toe af. Een kritiek die de reputatie van A.E. van Vogt als gerespecteerd SF-schrijver lange tijd zou schaden.


The World of A is one of the worst allegedly-adult science fiction stories ever published.

Dient gezegd dat Knight sowieso geen hoge pet op had van van Vogt als schrijver:

In general van Vogt seems to me to fail consistently as a writer in these elementary ways: 1. His plots do not bear examination. 2. His choice of words and his sentence-structure are fumbling and insensitive. 3. He is unable either to visualize a scene or to make a character seem real.


Philip K. Dick, tegendraads als niemand anders, was echter een geheel andere mening toegedaan:

I started reading sf when I was about twelve and I read all I could, so any author who was writing about that time, I read. But there’s no doubt who got me off originally and that was A.E. van Vogt. There was in van Vogt’s writing a mysterious quality, and this was especially true in The World of Null-A. All the parts of that book did not add up; all the ingredients did not make a coherency. Now some people are put off by that. They think that’s sloppy and wrong, but the thing that fascinated me so much was that this resembled reality more than anybody else’s writing inside or outside science fiction.


Volgen we de literaire conventies, zoals wordt onderwezen op te dure schrijfcursussen, dan is De Wereld van Nul-A inderdaad een boek met ‘problemen’. Een krankjorum plot met de nodige contradicties, een stroeve vertelstijl, weinig gevoel voor de finesses van menselijke interacties. Maar dan hebben we het alleen over mooi schrijven. Een goed geschreven boek is niet noodzakelijkerwijs een memorabel boek. Lezen is ook een ervaring. Beklijft het? Laat het een blijvende indruk achter? Komt het terug in jouw gedachten, en je weet niet waarom? De Wereld van Nul-A liet een beklemmende indruk bij mij achter. Het best getroffen vond ik de nachtmerrieachtige paranoïde sfeer, zij het voornamelijk in de eerste hoofdstukken. Een nachtmerrie – hoe irrationeel ook -kan soms heel realistisch aanvoelen.



Eén reactie

  • Eric Cornand

    Hallo Eelko,

    jouw omschrijving hierboven treft me heel erg diep. Ik zou het ongetwijfeld anders geschreven hebben, maar in gedachten denk ik er eender over. Na Vance en Asimov is Van Vogt zeker mijn favoriet. Alhoewel … kijk hier komt die meerslachtigheid terug, want alhoewel ik de Nul-A trilogie op een bijna mythische hoogte zet, toch komen daar meteen andere namen naar boven die ik beter met ‘liefde’ associeer: Anderson, Wyndham, Wells, Silverberg, Leiber, Heinlein, Le Guin, etc. Conclusie: ik houd niet zozeer van Van Vogt, maar ik vind hem intrigerend, net als jij. Al sinds meer dan 30 jaar probeer ik mensen er toe te brengen om iets van Korzybski te lezen. Bij voorkeur Science & Sanity. Maar het lukt me niet. Ik legde in mijn lezingen vaak links naar Schwaller de Lobicz en meer recent het werk van Stephen S Mehler die vaak naar René Schwaller verwijst. Zelf verwijs ik dan naar de Hermetica van de Egyptische God Toth, bij de insiders beter gekend als Hermes Trismegistos, de vader van de Alchemie.
    Als je ooit eens in Vlaanderen bent, laten we dan eens ergens afspreken en bijpraten?
    Groeten,
    Eric
    mijn GSM: 0032 485 86 29 32

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *