De liefste machine ooit uitgevonden
Willem Frederik Hermans hield er twee bevallige maitresses op na, twee wonderlijke wezens waarover hij met liefde heeft geschreven: de kat en met een licht streepje voor, de schrijfmachine. De liefste machine ooit uitgevonden. Onder deze toepasselijke titel, ontleend aan een passage in de roman Uit Talloos veel miljoenen, werd in 1996 de collectie schrijfmachines van Hermans tentoongesteld. Hermans had zich over de machines ontfermd, hen gered van het armzalige lot roestig te moeten weg kwijnen op vlooienmarkten in verregende steden als Brussel en Parijs. Hij nam ze op in een harem van schrijfmachines, ongeveer 160 genotsmachines in totaal. Zoals dat vaak gaat in een harem, draaiden de rollen om toen de behaagzieke schrijfmachines begonnen te zeuren tegen de schepper van het sadistische universum. Het ging zelfs zover dat Hermans stemmetje begon te horen: “Ik, ik, ik, ik ook ‘ns een meesterwerk schrijven! Dan krijg ik gewetensbezwaren. Het liefst schrijf ik op al mijn schrijfmachines tegelijk.”(interview met WFH, Trouw 6 februari 1993).
In hetzelfde interview waarin hij bovenstaande onthulling deed, verklapte Hermans dat hij graag eens een boek wilde schrijven met de titel ‘De genetica van de Schrijfmachine.’ Een geschiedenis van de schrijfmachine vanuit een darwinistisch oogpunt. De machine als organisme. Een interessante benadering die in de film Naked Lunch resoneert. Deze film is losje gebaseerd op het leven van junkie/schrijver William S. Burroughs en zijn cultroman Naked Lunch. Een natte droom van een film voor avontuurlijk ingestelde schrijfmachine-fanaten. In Naked Lunch verzeilt een schrijver, genaamd Bill Lee, in de Interzone, een plaats waar waan en werkelijkheid door elkaar heen lopen. Daar waar schrijfmachines muteren in insectoïde verschijningsvormen, en zelfs erotische organen ontwikkelen. Voor de ware liefhebber dus! Onvergetelijk is de scene waarin de Clark-Nova schrijfmachine van Bill Lee, de Martinelli typemachine van een rivaliserende schrijver vermoordt. De scene illustreert hoe schrijver en schrijfmachine partners in crime kunnen worden, een subversieve alliantie in Burroughs’ nachtmerrieachtige verbeelding. De namen van de schrijfmachines in Naked Lunch klinken als een klok, en lange tijd nam ik dan ook aan dat de Clark-Nova (“It has mythic resonance“), de Martinelli en de Krupp Dominator (voor al uw sado-masochistisch typewerk) daadwerkelijk bestonden, tot ik er onlangs achter kwam dat deze namen uit de duim zijn gezogen! Overigens heeft Burroughs het manuscript van Naked Lunch niet zelf getypt, maar hij heeft dat laten doen door een ghost typist, ene Jack Kerouac. Dezelfde schrijver die zijn Beat klassieker On the Road typte op een ellenlange rol papier. Ideaal om maar door te blijven typen, uren achter elkaar, vooral als de stream-of-consciousness koorts je te pakken heeft.
In juli 1974 keerde Paul Auster terug in New York na een verblijf in Europa. Bij het uitpakken van zijn baggage, ontdekt hij dat zijn Hermes schrijfmachine de vlucht niet had overleefd, onherstelbaar beschadigd. Zoals dat gaat volgens de Austeriaanse wetten van het toeval markeerde dit droeve incident het begin van een herboren schrijversleven. Mr. Coincidence kon zich geen nieuwe schrijfmachine veroorloven, want hij had geen cent meer. De droom van een glorieuze schrijverscarriere leek verder weg dan ooit. Enige dagen later ontmoette hij een vriend op een feestje. Deze vriend verkocht Auster tegen een vriendenprijsje een Olympia schrijfmachine. Iedere woord dat Auster sinds 1974 heeft geschreven, is getypt op die ene onverwoestbare Olympia. Auster heeft uiteindelijk een boekje geschreven over de bijzondere relatie met zijn schrijfmachine: The Story of my Typewriter. De Olympia inspireerde de kunstenaar Sam Messer. De eerste blik op de schrijfmachine was als liefde op het eerste gezicht. Met talloze schilderijen, tekeningen en foto’s waarop de Olympia is vereeuwigd als resultaat. Meegesleept door het enthousiasme van zijn kunstbroeder begon Auster zich te realiseren dat zijn schrijfmachine meer was dan een machine. De Olympia werd een persoonlijkheid. Een machine met verlangens en stemmingen. De beste vriend van homo scriptorus.
Sam Messer, Mr Coincidence (Paul Auster) 1999